Twee uur per week kiezen onze leerlingen zelf wat ze willen leren!
Ze kunnen kiezen uit creatieve, kunstzinnige, technische, sportieve, muzikale en andere educatieve workshops. De leerling wordt op een andere manier uitgedaagd om eigen talenten te ontwikkelen en andere vaardigheden aan te leren. Er zijn meer dan 50 workshops waar de leerlingen van leerjaar 1 en 2 uit kunnen kiezen zoals: mandela tekenen, freerunning, robots bouwen, voetbal, bakken, haken, basketbal, be a movie star, tennis, striptekenen, pinata’s maken, gitaarspelen, zumba, sportklas, nailart, websites bouwen, schoolkrant, boksen, be a dj, diorama enz.
In de publicatie "Een toekomst voor talent!" van Wander van Es & Kees Verhaar (redactie) geeft Saskia Boxem, directeur van Mavo Schravenlant XL, haar visie op onderwijs. Hieronder een citaat uit dit boekje dat onder ISBN 9789088504365 ook besteld kan worden via www.swpbook.com.
Zorg dat leren leuk is!
Jeanne van Berkel
adviseur expertisecentrum JSO
In gesprek met Saskia Boxem, directeur van Mavo Schravenlant XL (Schiedam).
‘Een workshop bestaat uit een lessenserie van zeven blokuren, elke week twéé keer één blokuur. Na een periode van zeven weken volgen er nieuwe workshops. Elke periode kiezende leerlingen twee workshops uit. Ze kiezen dus zelf wat ze leuk en interessant vinden.’ Vaardigheden die in de workshops zijn verwerkt zijn: tekstbegrip, spelling en grammatica, schrijfvaardigheid, rekenen en sociale vaardigheden
Ontwikkelen en borgen van de vakken in de workshops
De workshops worden door de (vak) docenten ontwikkeld en spelen direct in op de behoeften van de leerlingen. De combinatie van taal, rekenen, wereldoriëntatie en het toepassen ervan is een must om in elke workshop te verweven. De ontwikkelde workshops worden hierop beoordeeld. Toepassen van de basisvaardigheden staat centraal en dient in elke workshop terug te komen. Dit geldt ook voor de inzet van meerdere vakken: het gaat om een combinatie van kennis aanbieden. Door het inzetten van de (vak)docent op een onderdeel, kan een docent zijn eigen passie ook uitwerken en een voorbeeld zijn voor de leerlingen. De docent krijgt een ander beeld van de leerling en voor de leerling gaat er een andere wereld open, zij maken kennis met onbekende zaken. In de workshop is er dan ook sprake van een andere relatie en binding tussen docent en leerling, er wordt veel samengewerkt en ook leerlingen uit de bovenbouw helpen - in het kader van maatschappelijke stage – mee. Deze ervaringen zijn in het kader van sociale ontwikkeling belangrijk. De leerlingen doen door de keuze van workshops iets wat ze leuk vinden. Daardoor is er sowieso al veel motivatie. Ze hebben niet door dat ze leren, maar naarmate ze bezig zijn, leren ze heel veel!
Ze maken “kilometers” in hun ontwikkeling en kunnen zo basisvaardigheden versterken.